vervoeging
onbepaalde wijs to  capture 
he/she/it  captures 
verleden tijd  captured 
voltooid
deelwoord
 captured 
onvoltooid
deelwoord
 capturing 
gebiedende wijs  capture 

capture

  1. gevangennemen
  2. invangen
  3. vastleggen


vervoeging van
capturar

capture

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van capturar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van capturar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van capturar