canvast
- can·vast
vervoeging van |
---|
canvassen |
canvast
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van canvassen
- Jij canvast.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van canvassen
- Hij canvast.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van canvassen
- Canvast!
- Het woord canvast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.