• ca·baal

cabaal v, o

  1. verouderde spelling of vorm van kabaal vanaf 1883 tot 1955
  • In Van Dale's Groot Woordenboek van de Nederlandse taal is deze schrijfwijze tot 1996 als variant met voorkeur naast "kabaal" vermeld voor de betekenissen "kliek, samenzwering".
  • Voor 1883 was de officiële schrijfwijze in Vlaanderen cabael en was er nog geen officiële schrijfwijze in Nederland, waar ook de vorm "kabaal" al werd gebruikt.