bygninger
- byg·nin·ger
- Deense zelfstandignaamwoordsvorm met het achtervoegsel -ning en met de woorduitgang -er
Naar frequentie | 5740 |
---|
bygninger
- nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van bygning
- byg·nin·ger
- Noorse zelfstandignaamwoordsvorm met het achtervoegsel -ning en met de woorduitgang -er
Naar frequentie | 8251 |
---|
bygninger
- nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van bygning