Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bur·ge·mees·ters

Zelfstandig naamwoord

de burgemeestersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord burgemeester
     Ik neem aan dat het nu over raadsleden, burgemeesters en dat soort lui gaat. En hoger.[1]

Verwijzingen