brotið

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief onzijdig enkelvoud van brotinn

brotið

  1. onbepaald (zonder lidwoord) accusatief onzijdig enkelvoud van brotinn

brotið

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van brjóta

brotið

  1. nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van brot

brotið

  1. accusatief bepaald onzijdig enkelvoud van brot