Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brast

Werkwoord

vervoeging van
brassen

brast

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brassen
    • Jij brast. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brassen
    • Hij brast. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van brassen
    • Brast!