Nedersorbisch

Uitspraak

Werkwoord

brali

  1. meervoud voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van braś


Pools

Werkwoord

brali

  1. derde persoon meervoud verleden tijd van brać


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • bra·li

Werkwoord

brali

  1. bezield mannelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord brát
  2. bezield mannelijk meervoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord brát
Gelijkklinkende woorden