bovenleidinkje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bo·ven·lei·din·kje
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van bovenleiding met het achtervoegsel -kje
Zelfstandig naamwoord
bovenleidinkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bovenleiding