bouwhistorischers

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bouwhistorischers    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bouw·his·to·ri·schers

Bijvoeglijk naamwoord

bouwhistorischers

1. partitief van de vergrotende trap van bouwhistorisch

   • Dat is iets bouwhistorischers... 

Gangbaarheid

• Het woord bouwhistorischers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.