botaniseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bo·ta·ni·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
botaniseren |
botaniseerden
- meervoud verleden tijd van botaniseren
- Wij botaniseerden.
- Jullie botaniseerden.
- Zij botaniseerden.
- Wij botaniseerden.
Gangbaarheid
- Het woord botaniseerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.