Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bos·wach·ter·tjes

Zelfstandig naamwoord

de boswachtertjesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord boswilg

Zelfstandig naamwoord

de boswachtertjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord boswachter