Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bor·duur

Werkwoord

vervoeging van
borduren

borduur

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van borduren
    • Ik borduur. 
  2. gebiedende wijs van borduren
    • Borduur! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van borduren
    • Borduur je? 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be