bootsschoentje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bootsschoentje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• boots·schoen·tje

Zelfstandig naamwoord

het bootsschoentje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bootsschoen

Gangbaarheid

• Het woord 'bootsschoentje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.