boomvarentje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boomvarentje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbomvarəncə / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbom.va.rən.cə/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.va.rən.tʲə/
Woordafbreking
- boom·va·ren·tje
Zelfstandig naamwoord
het boomvarentje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boomvaren