bonjourde weg
- bon·jour·de weg
vervoeging van |
---|
wegbonjouren |
bonjourde weg
- enkelvoud verleden tijd van wegbonjouren
- Ik bonjourde weg.
- Jij bonjourde weg.
- Hij, zij, het bonjourde weg.
- Ik bonjourde weg.
- Het woord bonjourde weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.