Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bokt

Werkwoord

vervoeging van
bokken

bokt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bokken
    • Jij bokt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bokken
    • Hij bokt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bokken
    • Bokt!