boerden
- boer·den
vervoeging van |
---|
boeren |
boerden
- meervoud verleden tijd van boeren
- Wij boerden.
- Jullie boerden.
- Zij boerden.
- Wij boerden.
- Het woord boerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
boeren |
boerden