• IPA: /bɔdalɪ/
  • bo·da·ly

bodaly

  1. onbezield mannelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord bodat
  2. vrouwelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord bodat
  3. onbezield mannelijk meervoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord bodat
  4. vrouwelijk meervoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord bodat