blutst
- blutst
vervoeging van |
---|
blutsen |
blutst
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blutsen
- Jij blutst.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blutsen
- Hij blutst.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van blutsen
- Blutst!
- Het woord blutst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.