bluften
- bluf·ten
vervoeging van |
---|
bluffen |
bluften
- meervoud verleden tijd van bluffen
- Wij bluften.
- Jullie bluften.
- Zij bluften.
- Wij bluften.
- Het woord bluften staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
bluffen |
bluften