• blot·te·de

blottede

  1. verleden tijd van blotte


  • blot·te·de

blottede mv

  1. onbepaalde vorm meervoud van de stellende trap van blottet

blottede m / v, o, mv

  1. bepaalde vorm van de stellende trap van blottet

blottede m / v, o, mv

  1. bepaalde vorm van de overtreffende trap van blottet