Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bloot·stel·den

Werkwoord

vervoeging van
blootstellen

blootstelden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van blootstellen
    • ...dat wij blootstelden. 
    • ...dat jullie blootstelden. 
    • ...dat zij blootstelden.