blondeert
- blon·deert
vervoeging van |
---|
blonderen |
blondeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blonderen
- Jij blondeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blonderen
- Hij blondeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van blonderen
- Blondeert!
- Het woord blondeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.