blanche

  1. vrouwelijk enkelvoud van blanc
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  blanche     la blanche     blanches     les blanches  

blanche v

  1. (spreektaal) heroïne, cocaïne, sneeuw [3]
    «Ce gosse de dix ans est déjà un dealer de blanche
    Dat joch van tien is al cokedealer. [1]