binnenvliegt
- bin·nen·vliegt
vervoeging van |
---|
binnenvliegen |
binnenvliegt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenvliegen
- ... dat jij binnenvliegt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenvliegen
- ... dat hij binnenvliegt.
- Het woord binnenvliegt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.