binnendoende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bin·nen·doen·de
Werkwoord
vervoeging van: | binnendoen |
binnendoende
- verbogen vorm van binnendoend, het onvoltooid deelwoord van binnendoen
vervoeging van: | binnendoen |
verbogen vorm: | binnendoendee |
binnendoende