biljetje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  biljetje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bil·jet·je

Zelfstandig naamwoord

het biljetje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord biljet

Gangbaarheid

• Het woord biljetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "biljetje" herkend door:

93 %	van de Nederlanders;
89 %	van de Vlamingen.