• bij·voe·dert
vervoeging van
bijvoederen

bijvoedert

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijvoederen
    • ... dat jij bijvoedert. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijvoederen
    • ... dat hij bijvoedert.