bijstuurden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bijstuurden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bij·stuur·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bijsturen |
bijstuurden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van bijsturen
- ...dat wij bijstuurden.
- ...dat jullie bijstuurden.
- ...dat zij bijstuurden.
- ...dat wij bijstuurden.