bijstortten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bijstortten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bij·stort·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bijstorten |
bijstortten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van bijstorten
- ...dat wij bijstortten.
- ...dat jullie bijstortten.
- ...dat zij bijstortten.
- ...dat wij bijstortten.
Gangbaarheid
- Het woord bijstortten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.