bijplakt
- bij·plakt
vervoeging van |
---|
bijplakken |
bijplakt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijplakken
- ... dat jij bijplakt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijplakken
- ... dat hij bijplakt.
- Het woord bijplakt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.