bijkrabbelende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bij·krab·be·len·de
Werkwoord
vervoeging van: | bijkrabbelen |
bijkrabbelende
- verbogen vorm van bijkrabbelend, het onvoltooid deelwoord van bijkrabbelen
vervoeging van: | bijkrabbelen |
verbogen vorm: | bijkrabbelendee |
bijkrabbelende