• bij·kleurt
vervoeging van
bijkleuren

bijkleurt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijkleuren
    • ... dat jij bijkleurt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijkleuren
    • ... dat hij bijkleurt.