• bij·giet
vervoeging van
bijgieten

bijgiet

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijgieten
    • ... dat ik bijgiet. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijgieten
    • ... dat jij bijgiet. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijgieten
    • ... dat hij bijgiet.