bijeenharkende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bij·een·har·ken·de
Werkwoord
vervoeging van: | bijeenharken |
bijeenharkende
- verbogen vorm van bijeenharkend, het onvoltooid deelwoord van bijeenharken
vervoeging van: | bijeenharken |
verbogen vorm: | bijeenharkendee |
bijeenharkende