bijbouwt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bij·bouwt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bijbouwen |
bijbouwt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijbouwen
- ... dat jij bijbouwt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijbouwen
- ... dat hij bijbouwt.
Gangbaarheid
- Het woord bijbouwt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.