Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bier·krat·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het bierkratjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bierkrat
     Hun mobiele bierkratten trokken al de nodige media-aandacht. Zo plaatste 1Limburg een filmpje van een automobilist die in Gulpen zijn ogen uitkeek, en keek een voetganger een paar dagen geleden vreemd op toen ‘een man op een bierkratje bij een groen stoplicht ging rijden’.[1]
Opmerkingen
  • Een modern, standaard bierkrat – dat ruimte biedt voor vierentwintig bierflesjes – wordt in de volksmond zowel "bierkrat" als "bierkratje" (of "kratje bier") genoemd. Toch is er doorgaans geen verschil in grootte: beide termen verwijzen in het algemeen naar een bierkrat van gelijke afmetingen. (Er bestaan echter wel degelijk kleinere bierkratjes, half zo groot, die ruimte bieden aan maximaal twaalf bierflesjes.)

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Judith van Gaal
    “Volop bekijks met rijdend bierkratje” (11 oktober 2017) op cursor.tue.nl