bezuinigt
- be·zui·nigt
vervoeging van |
---|
bezuinigen |
bezuinigt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezuinigen
- Jij bezuinigt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezuinigen
- Hij bezuinigt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bezuinigen
- Bezuinigt!
- Het woord bezuinigt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.