bewerkten
- be·werk·ten
vervoeging van |
---|
bewerken |
bewerkten
- meervoud verleden tijd van bewerken
- Wij bewerkten.
- Jullie bewerkten.
- Zij bewerkten.
- Wij bewerkten.
- Het woord bewerkten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.