Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·voor·oor·deel·den

Werkwoord

vervoeging van
bevooroordelen

bevooroordeelden

  1. meervoud verleden tijd van bevooroordelen
    • Wij bevooroordeelden. 
    • Jullie bevooroordeelden. 
    • Zij bevooroordeelden. 

Gangbaarheid