Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·voel·de

Werkwoord

vervoeging van
bevoelen

bevoelde

  1. enkelvoud verleden tijd van bevoelen
    • Ik bevoelde. 
    • Jij bevoelde. 
    • Hij, zij, het bevoelde. 
  2. verbogen vorm van bevoeld, voltooid deelwoord van bevoelen