Duits

Woordafbreking
  • be·ur·kun·de·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Duitse werkwoordsvorm met het voorvoegsel be-

Werkwoord

beurkundete

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van beurkunden

beurkundete

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van beurkunden
    «Die Flagge des Landes Brandenburg bewegte sich im Wind.»
    De vlag van het bondsland Brandenburg wapperde in de wind.

Werkwoord

beurkundete

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van beurkunden

beurkundete

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van beurkunden