betraant
- be·traant
vervoeging van |
---|
betranen |
betraant
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betranen
- Jij betraant.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betranen
- Hij betraant.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van betranen
- Betraant!
- Het woord 'betraant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.