Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·toog·de

Werkwoord

vervoeging van
betogen

betoogde

  1. enkelvoud verleden tijd van betogen
    • Ik betoogde. 
    • Jij betoogde. 
    • Hij, zij, het betoogde. 
  2. verbogen vorm van betoogd, voltooid deelwoord van betogen