beteuterde

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  beteuterde    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·teu·ter·de

Bijvoeglijk naamwoord

beteuterde

1. verbogen vorm van de stellende trap van beteuterd

   ▸ Dit had alles te maken met de beteuterde koppies van haar kinderen.

Gangbaarheid

• Het woord beteuterde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.