bestrijd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·strijd
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bestrijden |
bestrijd
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestrijden
- Ik bestrijd.
- gebiedende wijs van bestrijden
- Bestrijd!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestrijden
- Bestrijd je?