bestraatte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bestraatte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·straat·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bestraten |
bestraatte
- enkelvoud verleden tijd van bestraten
- Ik bestraatte.
- Jij bestraatte.
- Hij, zij, het bestraatte.
- Ik bestraatte.