Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stook·te

Bijvoeglijk naamwoord

bestookte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van bestookt

Werkwoord

vervoeging van
bestoken

bestookte

  1. enkelvoud verleden tijd van bestoken
    • Ik bestookte. 
    • Jij bestookte. 
    • Hij, zij, het bestookte. 
  2. verbogen vorm van bestookt, voltooid deelwoord van bestoken