Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stier·de

Werkwoord

vervoeging van
bestieren

bestierde

  1. enkelvoud verleden tijd van bestieren
    • Ik bestierde. 
    • Jij bestierde. 
    • Hij, zij, het bestierde. 
  2. verbogen vorm van bestierd, voltooid deelwoord van bestieren